De Zandwolf
Zackarina woont samen met haar mama en papa in een huisje bij de zee. Al spelend in het zand graaft ze op een dag een diepe kuil. In die kuil zit een zeldzame Zandwolf. Haar aanvankelijke verbazing maakt snel plaats voor verwondering, want de Zandwolf is geel, wild, wijs en altijd vrolijk. Al snel wordt hij Zackarina’s favoriete speelkameraad.Samen buigen ze zich over belangrijke vragen, zoals wiebelende benen, zonne- en maneschijn, blauwe plekken, geheimtaal en het heelal. Het verhaal is opgebouwd uit korte hoofdstukken, die ook ideaal zijn om voor te lezen. Elk miniverhaaltje staat op zichzelf en is chronologisch en met vaart opgebouwd. Zacharina’s vragen en de daarbij horende emoties vormen de rode draad doorheen het boek. De antwoorden bij monde van de Zandwolf zijn fantasieprikkelend zowel voor de jonge lezer als voor de volwassene. Met veel ‘naturel’ maakt de auteur gewag over de staat van de dingen in de dingen. Een originele en zeer geslaagde filosofische invalshoek. Dat worst bijvoorbeeld even oneindig is als het heelal zelf, zet aan tot vraagstelling en het vinden van daarbij horende leuke, al dan niet, herkenbare antwoorden. Het taalgebruik is eenvoudig en duidelijk. Het kruidt het verhaal hier en daar zelfs poëtisch. De omslagillustratie is aantrekkelijk, zowel qua kleur als qua vorm. Ze doet verlangen naar meer. De tekeningen die de tekst begeleiden, halen echter niet altijd het niveau van de cover, vooral omdat ze soms nogal fantasieloos getekend zijn.