Stijn en Lies, broer en zus, respectievelijk 9 en 7 jaar oud, wonen met hun ouders in Veelmeer, dat geplaagd wordt door mysterieuze diefstallen. Ze bedenken, achter de rug van hun ouders om, allerlei plannen om de dief te vatten. Zoals knikkers onder de deurmatten en bruine zeep op de vensterbanken. Het loopt echter niet zo gesmeerd als gepland, tot Stijn gecontacteerd wordt door een zogenaamde agent … Dit stereotiepe verhaal is met een beperkte woordenschat vlot verteld. Jonge lezers zullen zich graag identificeren met de hoofdrolspelers uit dit verhaal, maar voorspelbaarheid en ongeloofwaardigheid ondermijnen het geheel. De twee protagonisten kunnen erg veel aan voor hun leeftijd en de samenloop van omstandigheden is té toevallig om waar te kunnen zijn. Hoewel het verhaal realistisch wil zijn, geeft het een fout beeld van de hedendaagse realiteit. De illustraties zijn stroef en voegen niets toe aan het verhaal. Ze missen sfeer en de afgebeelde figuren ogen houterig.