Het geheim onder het bed
Fedde heeft een hond, Willem. Het is de allerliefste, allermooiste hond van de hele wereld. Hij is groot, vrolijk, sterk en hij doet alles wat Fedde hem vraagt. Er is maar één probleem. Alleen Fedde kan Willem zien, voor anderen is de hond onzichtbaar en dat is niet altijd gemakkelijk. Op een dag vindt Fedde in een gangetje tussen twee huizen een doos met daarin een klein hondje. Het is geen mooi hondje maar Fedde twijfelt slechts even. Hij ontfermt zich over het kleine diertje en noemt het Willem. Vanaf nu heeft Fedde een echte hond, maar dat mag niemand weten. Wanneer hij de volgende dag naar school moet, verstopt hij Willem in de schuur. Maar na schooltijd blijkt Willem plots verdwenen. Fedde gaat op zoek en ontmoet tijdens die zoektocht Kaat, een denkbeeldig bijdehand meisje dat hem telkens wanneer hij aarzelt, aanport om door te zetten. Uiteindelijk vindt hij zijn hondje terug bij de vorige eigenaar die ernstig ziek blijkt en het hondje graag aan Fedde toevertrouwt. Thuis zit iedereen ongerust te wachten. De verhalen over Feddes hond wekken enerzijds ergernis op maar maken iedereen ook erg ongerust. De opluchting is groot wanneer Fedde plots met een echte hond verschijnt. Als vanzelfsprekend mag Fedde het dier houden en niemand maakt zich nog zorgen om de allergie die zijn zusje vooor honden heeft. Kaat, het denkbeeldige tijdelijke vriendinnetje, verdwijnt evenals de eerste hond naar het achterplan. Voorlopig heeft Fedde niemand nodig. 'Het geheim onder het bed' is een vlot geschreven verhaal waarin de personages geloofwaardig worden voorgesteld. Doordat het einde een goede afloop kent, lijkt het alsof de overgang vrij abrupt genomen wordt. Het duurt even eer duidelijk wordt dat Kaat ook tot de fantasie van Fedde behoort. Deze details zullen jonge lezers wellicht weinig storen. Zij krijgen hier een vlot geschreven wensvervullend verhaal dat erg veel inleving biedt.