Helden- en riddersagen
Een lijvig boek met vele verhalen over honderden helden en ridders uit de middeleeuwen. Twaalf grote sagencycli uit de Keltische en Germaanse traditie komen aan de orde: Lancelot, Parzival, Lohengrin, Tristan en Isolde, Roelandslied, Diederik van Bern, de Nervelingensage, Beowulf, Walther en Hildegonde, Karel en Elegast, de vier Heemskinderen, El Cid. Bij elke sage worden de historische achtergron en de literaire bronnen vermeld, bijvoorbeeld bij Parzival Chrétien de Troyes en Wolfgang von Eschenbach. Het bijeenbrengen van dit materiaal en het navertellen van de soms ingewikkelde sagen moet een reusachtig werk geweest zijn. Jammer is alleen dat de bronnen niet preciezer worden aangegeven. De literatuurlijst laat wat dat betreft te wensen over. Hij bevat heel heterogeen materiaal: vertalingen, bewerkingen en navertellingen. Niet vermeld is het soortgelijke ‘Grote sagen van de donkere middeleeuwen’ van Jaap ter Haar (Callenbach). De stijl is sober. Niemand zal in staat zijn al deze sagen na elkaar te lezen, maar wie kennis wil maken met een bepaald verhaal of zijn geheugen wil opfrissen, krijgt hier meer dan waar voor zijn geld.