Dit grote fotoboek wil een volledig beeld geven van de hond: zijn herkomst, instinct, gedrag, communicatie, interactie met mensen, en zijn ontwikkeling van pup tot volwassen dier. Maar het lost deze verwachting niet in. Als kijkboek is het geslaagd: de ongeveer vierhonderd foto’s zijn een lust voor het oog. Maar de tekst laat te wensen over. Enerzijds door de formulering: de stroeve, saaie stijl zal kinderen niet makkelijk aansporen tot lezen. Anderzijds qua inhoud: vaak is deze beperkt tot het opsommen van wat er allemaal bestaat, wat soms ronduit in nietszeggend gewauwel ontaardt: “De honden kunnen slank zijn en geschapen om te lopen. Ze kunnen ook stevig gebouwd zijn en een grote spiermassa hebben. Sommige zijn vel over been, andere zijn zwaar en lomp. Weer andere hebben een geplooide huid. Sommige hebben korte en andere hebben lange, slanke poten.” (p. 44) Bijzonder jammer is ook dat de foto’s niet van legendes voorzien zijn. Zo wordt in de tekst bijvoorbeeld over een stuk of zes hondenrassen en hun bijzonderheden gesproken, maar heb je er als leek het raden naar welke drie dan afgebeeld zijn.