Spanje 1479. In Biar, een kleine stad in Aragon, wordt Dolores geboren. Er volgen nog vele kinderen in het arme gezin. Dolores blijft een klein meisje, een dwerg. Volgens haar vader, een arme pachter, kan een dwergvrouwtje enkel als nar nuttig zijn. Vier jaar verblijft Dolores op het kasteel van don Pedro bij zijn dochter Lucinda. Op elfjarige leeftijd wordt ze als nar verkocht en komt ze terecht aan het hof van Ferdinand van Aragon en Isabella van Castilië. Ze is het verjaardagscadeau voor prinses Johanna. Met de hovelingen reist Dolores door Aragon en Castilië. Joden en Moren verlaten onder dwang de hoofdstad Toledo. Het hof trekt naar Granada. Na maanden van belegering geeft de Moor Boabdil zijn stad over aan de katholieke koningen. Prinses Johanna wordt uitgehuwelijkt aan Filips de Schone, zoon van Maria van Bourgondië en Maximiliaan van Oostenrijk. Vanuit Laredo, een haven in Noord- Spanje, vertrekt een vloot van 130 schepen naar onze streken. Dolores heeft meer dan ooit heimwee naar haar familie in Biar. Wanneer twee schepen in de buurt van een Engelse haven botsen, verdrinkt Dolores. Een ontroerend verhaal over een dwergvrouwtje, geïnspireerd door latere schilderijen van Velázquez. De schrijfster nam niet Johanna de Waanzinnige als hoofdfiguur, maar de nar. Door haar blik beleven we een boeiende periode uit de Spaanse geschiedenis. Sommige reacties en conversaties lijken me weinig historisch en horen meer thuis in onze tijd.