Een brug naar Terabithia
Mijn eerste kennismaking met Terabithia was een bioscooptrailer van de gelijknamige film. Het leek toen alsof er een tweede Narnia op de wereld ging losgelaten worden, maar niets is minder waar. Ja, het gaat hier ook om een fantasiewereld, maar dan een wereld die inderdaad alleen maar in de fantasie van de kinderen bestaat. Eigenlijk word je als lezer in het hele boek zelden of nooit geconfronteerd met elfjes, reuzen en andere fantasiewezens. Veel meer is dit het verhaal van Jesse en Leslie, twee kinderen die opgroeien in het landelijke Amerika van de jaren ’70. Jesse woont samen met zijn ouders en zusjes op een boerderij, waar het leven vaak hard labeur is. Hij is een fanatieke hardloper en droomt ervan om op school de snelste zijn. Snelheid betekent namelijk aanzien. Maar dan verschijnt Leslie, een meisje dat totaal anders is dan alle andere kinderen op school. Ze heeft artistieke ouders en haar denkbeelden zijn daar dan ook door gekleurd. Zij brengt een totaal andere wereld mee naar de landelijke gemeenschap en tot overmaat van ramp blijkt ze de snelste benen te hebben … Aanvankelijk moet Jesse niets van Leslie weten, maar stilaan groeit er een onverwoestbare vriendschap. Samen trekken ze zich geregeld terug in hun eigen fantasiewereld, de wereld van Terabithia. Daar leren ze hun angsten overwinnen, worden ze geconfronteerd met zichzelf en elkaar, daar zijn ze de koning en koningin van hun eigen koninkrijk. Zelfs hun eigen prins ontbreekt niet, de ondeugende jonge hond Prins Terrius, ofte P.T., een cadeau van Jesse aan Leslie. Zo idyllisch kan het natuurlijk niet blijven en het onvermijdelijke noodlot slaat dan ook toe. De wereld van Terabithia zal nooit meer dezelfde zijn. Wie een avonturenroman verwacht, komt met dit boek bedrogen uit. Dit is een eerder intimistisch verhaal over gevoelens, opgroeien, je mogelijkheden leren kennen, omgaan met verlies. Da’s een mooi gegeven en het is overeenkomstig mooi uitgewerkt. Jammer alleen dat het geheel wat gedateerd overkomt. Dit boek is duidelijk dertig jaar geleden geschreven, de tijdsgeest is compleet veranderd. Dat maakt inleving niet altijd even evident. Blijkbaar is er bij deze derde herziene versie aan het taalgebruik geschaafd, maar het geheel blijft baden in een sausje van oubolligheid. Het boek werd bekroond met de Zilveren Griffel in 1982 en kreeg tal van andere prijzen. Het zal wel, maar beklijven doet het niet. De gevoelens komen niet sterk genoeg uit de verf, de dialogen zijn redelijk stroef en het slotgedeelte wordt nogal snel afgehaspeld. Toch is het vlot leesbaar en gewoon een klein, fijn verhaal. Zolang je niet begint te lezen met een tweede Narnia voor ogen …