In dit natuurboek krijg je veertien hoofdstukken voorgeschoteld. Je krijgt beknopte informatie over walvissen en dolfijnen, hun leven, de soorten, hun biotoop, hun voedsel, lichaamstaal, relatie met de mens en nog veel meer. Elk hoofdstuk heeft dezelfde structuur: op een dubbele pagina krijg je tekst en uitleg, geïllustreerd met duidelijke tekeningen. De tekeningen krijgen een korte toelichting in een ander lettertype, zodat dit netjes gescheiden blijft van de rest. De illustraties van de dieren zijn redelijk mooi, andere taferelen met mensen en boten zijn heel wat minder geslaagd. Het boek sluit af met een verklarende woordenlijst en een alfabetisch register. Aangezien het hier om 'Mijn eerste boek over …' gaat, valt de inhoud wel mee. Het richt zich op jonge lezers die graag wat meer willen weten over een specifiek onderwerp, maar doet dit op een weinig opwindende manier. In deze reeks verschenen al achttien andere boeken over zeer uiteenlopende onderwerpen: uitgestorven dieren, slangen, de oude Grieken, piraten, … De lay-out is telkens dezelfde: duidelijk maar ook een beetje saai.