Vrederik het dappere soldaatje
Vrederik is een dapper soldaatje dat alles weet van veroveren en vijanden verslaan maar er geen idee heeft hoe hij van Prinses Marene moet houden. Als hij haar ziet, is het alsof de bliksem inslaat. Hij wil haar koste wat het kost veroveren. En dan doet hij wat dappere soldaten doen, als ze moeten veroveren: "Eerst ga ik je bestormen, (...), dan haal ik je muren neer, verwoest je straten en plunder je huizen. Zo hoort het en zo zal het geschieden." (p. 7) De prinses vindt het maar niets en wandelt verder. Haar lijfwachten nemen Vrederik gevangen en gooien hem in de diepste kerker van het paleis. En dan krijgt hij hulp: een slimme rat, een dikke elf, een bibberend dwergpoedeltje en een vechtlustige tijger zorgen ervoor dat Vrederik een tweede kans krijgt. Dit sprookje gaat niet over oorlog of over kindsoldaten, maar wel over de liefde. Het gaat over een dapper soldaatje dat enkel kent wat hij geleerd heeft en vanuit die kennis en ervaring de wereld benadert. En zo komt hij natuurlijk in de problemen. Dat is typisch voor de verhalen van Karlijn Stoffels: haar hoofdpersonages hebben het vaak moeilijk, maar slaan er zich uiteindelijk toch doorheen, meestal met behulp van vrienden. Ze komen terecht in vaak vijandige plaatsen – de kerker, Verrekust – maar naast alle problemen is er altijd plaats voor optimisme, vriendschap en liefde. Hier ligt de boodschap er wel erg dik bovenop – "het is beter tevergeefs te dromen dan nergens naar uit te zien" – maar dat hoort zo in een sprookje. En sprookjes lopen altijd goed af! Ik vind het boek prachtig van toon en taal. Karlijn Stoffels speelt met de letterlijke en figuurlijke betekenis van woorden, haalt ze uit hun verband en brengt zo verschillende betekenislagen aan. Het taalgebruik lijkt archaïsch, maar is het niet door de dubbele bodems. Kinderen zullen dit niet altijd begrijpen, maar aan volwassen voorlezers zal het vaak een glimlach ontlokken. De illustraties van Sieb Posthuma – een paginabrede band bovenaan elke pagina – maken volwaardig deel uit van het verhaal en zijn vaak even grappig als de taal. Echt een boek om van te genieten! Voorlezen vanaf zeven en zelf lezen vanaf negen jaar.