Blizzard
Canada, midden achttiende eeuw. Franse kolonisten wonen al 150 jaar in Noord-Amerika. Het zijn boeren, vissers, jagers en handelaren. Met de indianen onderhouden ze goede relaties. In Europa worden de Franse legers verslagen door de Engelsen. De Britten veroveren ook de Franse kolonies. Vele kolonisten weigeren om de eed van trouw te zweren aan de Britse vorst. Daarom worden ze op brutale wijze van hun gronden verjaagd. De familie Druon, bevriend met de stam van de Beer, vlucht naar het noorden. Een dertienjarige jongen is hun leider. De vluchtelingen worden geteisterd door sneeuwstormen, verraden door blanken en aangevallen door Irokezen. Uiteindelijk worden de Franse kolonisten gered door zich aan te sluiten bij bevriende indianenstammen. Ze blijven onderworpen aan de Engelsen, maar vechten voor het behoud van hun taal en cultuur. In 1608, vierhonderd jaar geleden, werd Quebec gesticht. Daarom schreef Schoemans dit jeugdboek. Een meer sobere stijl zou dit verhaal boeiender maken. Op p. 16 lezen we: “Haar ogen glansden als vochtige, zwarte kooltjes.” En op p. 18: “Haar ogen glansden als meren in het maanlicht.”