Achter de plinten van een groot landhuis wonen de muizenbroertjes Tim en Tom. Wanneer ze merken dat hun voorraad flink is geslonken moeten ze op zoek naar voedsel. Door de eindeloze donkere gangen trekken ze naar de stille keuken. Achter elke kast, deur of gordijn meent Tim iets engs te zien. Tom wuift zijn angst echter weg en heeft er geen erg in dat ze door een kat worden achtervolgd, ook niet nadat de kat probeert toe te slaan en beide muizen net op het nippertje ontsnappen. Wie meekijkt, leest of luistert, heeft snel door wie de beide muizen in de gaten worden gehouden en kan in spanning meeleven. Die spanning wordt mee gecreëerd door de prachtige aquarelprenten die de omgeving realistisch, grimmig en een beetje duister weergeven. De angst van Tim wordt daardoor bijna tastbaar. Het boek bevat flapjes waarachter de kat af en toe verborgen zit. Ze bieden niet altijd een meerwaarde maar nodigen wel uit en verhogen op die manier de betrokkenheid. De kat die als pop-up tevoorschijn springt na het omdraaien van één van de laatste bladzijden, vormt het hoogtepunt. De relativerende gedachten van muis Tim, na afloop van het angstige avontuur, zorgen voor rust op het einde van het verhaal.