De kaft heeft de vorm van de voorgevel van een groot versierd en besneeuwd huis. De luiken voor de ramen zijn open zodat je al enkele bewoners in actie kan zien. De sneeuw glinstert. Er staat een sneeuwbeer naast de deur en twee berenkinderen bellen aan met pakjes. Het geheel heeft veel weg van een mooie ouderwetse kerstkaart. Op de eerste pagina wordt de familie Beer voorgesteld: oma, opa, mama, papa, vijf berenkinderen. Aan de voordeur staan nog twee vriendjes. Er zijn ook nog een hond en een poes. De eerste opdracht bestaat erin om iedereen terug te vinden maar mama is niet terug te vinden op die prent. Wel Wies de werkster en die stond niet bij de voorstelling van de bewoners. Er zijn tien kamers te onderzoeken met heel veel details en flapjes die open gaan. Je kan er samen met de kinderen een heel verhaal bij verzinnen. Bijvoorbeeld hoe die berensinterklaas plots voor het zolderraam kan verschijnen. Het tweede blad toont de achterkamers van het huis en daar vind je mama terug ... in de keuken, terwijl papa in de voorkamer achter de computer zit. Rolbevestigend zijn de prenten dus wel. De tekst begeleidt niet alleen het zoeken, sommige woorden zijn vervangen door pictogrammen zodat de kinderen zelf kunnen meelezen. Heel de familie is op de volgende prent bezig met de voorbereiding van het feest. Daarna gaan ze buiten spelen in de sneeuw en schaatsen. En dan is het kerstavond en mogen de cadeautjes worden uitgepakt. Een mooie uitvoering en een kerstboek waarin veel te zien is.