Air Time
Vliegen, dat is wat Sebastiaan wil. Hij voelt de ultieme vrijheid als hij met zijn BMX door de lucht vliegt. En gelukkig dat hij zijn BMX heeft, want de verhuizing van een plattelandsdorp naar Amsterdam is niet onmiddellijk een succes. Hij wordt op zijn nieuwe school immers geterroriseerd door Jort, een kanjer met een te groot ego, waar iedereen bang voor is, zelfs Judith. Jort verbiedt de anderen om met Sebastiaan om te gaan. Sebastiaan zoekt verwoed naar een oplossing: Jort uitdagen en winnen is het enige wat hem uit het slop kan halen. Sebastiaan is een echte luchtacrobaat. Hij daagt Jort uit voor een ultieme BMX-stunt op het dak van een oude tramremise. Judith, Jorts vriendin, zal alles filmen en op internet zetten … Het wordt een gevecht tussen twee ‘Titanen’, bijna letterlijk een strijd op leven en dood, want ze weten allebei niet van wijken. Dit is een klassiek verhaal van twee haantjes op zoek naar hun plaats in de groep. Het lijkt allemaal wel spectaculair en spannend, maar dat is het allerminst. Het verhaal hangt met haken en ogen aan elkaar, de personages zijn slecht uitgewerkt, en het komt allemaal nogal ongeloofwaardig over. De nadruk ligt op de moeite die het Sebastiaan kost om vrienden te maken op zijn nieuwe school, en niet op het BMX-en, wat toch wel een spectaculaire en uitdagende sport is. Bovendien lukt het de auteur niet de magie van het stunten in taal over te brengen, en zonder dat tikkeltje extra is dit niet meer dan een banaal verhaal. De stunts die gedetailleerd beschreven worden, zijn bovendien erg gevaarlijk. Hopelijk krijgt niemand het in zijn hoofd het ook eens te proberen.