Auto's op de weg
Piet de politieman is met zijn hond Kwispel achterop zijn motor op weg naar zijn werk. Wanneer ze in een file terecht komen, springt Kwispel op de grond en verdwijnt tussen de stilstaande wagens. Piet gaat op zoek. In de tien bladzijden die hierop volgen, spreekt Piet telkens een chauffeur aan met de vraag of deze zijn hond gezien heeft. Daarbij geeft hij telkens een ander kenmerk van Kwispel op: met vlekken, een krulstaart, … Het antwoord is elke keer nee. Tegelijk krijgt de peuter de vraag Kwispel te zoeken op de pagina.
De opbouw is heel eenvoudig, en perfect afgestemd op interesse en kunnen van een peuter. De zoekopdracht is leuk en leidt altijd naar een grappige situatie: Kwispel likt een ijsje onder de ijsjeskar, of hangt te bengelen aan de ladder van de brandweerwagen. De verschillende types voertuigen en de tafereeltjes die zich afspelen, maken het mogelijk een rijke woordenschat op te bouwen. En toch zijn de illustraties eenvoudig gehouden, maar dat doet zeker geen afbreuk aan hun aantrekkelijkheid.