Jojo het slangenmeisje
Jo wordt geboren in een warm circusgezin met een hele hoop oudere broers. Omdat er eigenlijk geen plaats meer is voor haar in de krappe circuswagen, leert ze van kleins af om zich op de kleinste plekjes in de meest onmogelijke bochten te wringen. Al gauw wordt Jo Jojo genoemd en krijgt ze een eigen act in het circus als slangenmeisje. Het publiek krijgt er maar niet genoeg van; Jojo is een echt succes! Op een dag raakt Jojo zo in de knoop dat ze er niet meer uit kan. Haar broers roepen de hulp in van een slangenbezweerder en, verwarmd door zijn muziek en de blik in zijn ogen, glijdt Jojo zo uit de knoop. Het vervolg laat zich raden: Jojo en de slangenbezweerder zijn verliefd, ze doen samen een spectaculaire act en krijgen een slangenjongetje …
Dit prentenboek straalt eenvoud uit in al zijn lagen: de krachtige taal, de fijne pentekeningen, het sobere maar magische kleurgebruik. Kinderen zullen hiervan genieten, volwassenen snoepen mee. Bijvoorbeeld van de subtiele grapjes in de tekst en de tekeningen. Kijk alleen al maar op de eerste twee pagina's met de langgerekte stoet van circuswagens: die worden niet alleen door paarden maar ook door een panda en vier zebra's getrokken! Je ziet ook hoe een paar een bundeltje aangeeft aan iemand in de laatste wagen. Als je dan het verhaal begint te lezen, begrijp je het beter en word je zo het verhaal in getrokken. "Josephine Gioconda Sara Isabelita Olympia zou ze heten, maar het werd Jo, want haar ouders hadden te weinig tijd om haar hele naam op te geven in het stadhuis. Haar vader, de tentenbouwer, en haar moeder, die de tent streek, moesten snel achter het circus aan naar het volgende dorp." Zo begint het levensverhaal van het slangenmeisje...