Abeltje en De A van Abeltje
Abel gaat aan de slag in warenhuis Knots en al op de openingsdag gaat het mis: eigenwijze Abel drukt op het verboden groene knopje en de lift schiet plots door het dak de lucht in. Het liftjongetje neemt drie passagiers mee: Juffrouw Klaterhoen, Jozias Tump en het kleine meisje Laura. Juffrouw Klaterhoen is een dame van stand, die enkel naar het warenhuis kwam voor een nieuw koffiekannetje. Jozias Tump, vertegenwoordiger in mottenballen, kwam zijn waren verkopen aan de directeur van Knots. Laura vindt het stiekem allemaal niet erg, zo hoeft ze niet naar school. Op een bepaald moment stopt de lift met stijgen en blijven ze op dezelfde hoogte in de lucht hangen. Na een tijdje rondvliegen landen ze in New York, waar Abeltje voor een vermist jongetje aanzien wordt, dat eindelijk terugkeerde. Daarna gaan ze naar Zuid-Amerika, waar Tump president wordt en het echte vermiste jongetje bevrijdt. Tump valt vervolgens in ongenade en dus slaan ze weer op de vlucht met de lift. In het tweede boek, 'De A van Abeltje', besluit het viertal om nog een keer af te spreken. Tijdens een spektakel van Professor Pinsky verdwijnt Laura. De andere drie trekken erop uit met een woonwagen om haar terug te vinden. De vierde druk van deze bundel over Abeltje behoeft voor de meeste mensen eigenlijk geen introductie meer. Het verhaal over liftjongetje Abel die met zijn lift rond de wereld reist, werd reeds door velen gelezen en bekroond. Beide verhalen zijn, hoewel inmiddels meer dan vijftig jaar oud, nog behoorlijk actueel. De thema’s zijn herkenbaar en ook de frisse schrijfstijl van Annie M.G. Schmidt lijkt nooit te verouderen.