Komt een dier bij de dokter
Bente en Bram vinden het super-extreem-mega-giga-leuk om een tweeling te zijn. Je kunt altijd in elkaars kop kijken. Jullie lijken wel twee computers met één harde schijf zegt papa altijd. Ook vinden ze het superleuk om bij Opa te gaan logeren, al is dit omdat mama en papa de hele tijd ruzie maken. Want Opa woont op tien stappen van de dierentuin vandaan en kent de zoo als dierenverzorger op zijn duimpje. Hij bezorgt het tweetal zelfs stiekem een sleutel van de dierentuin en neemt hen mee op avontuur. Alle drie hebben ze het prima naar hun zin en de tweeling maakt kennis met alle verschillende dieren én met de leuke dierendokter Henk. Toch wordt hun plezier al snel verstoord door het feit dat het hart van Opa niet goed meer werkt. Als hij tegen zijn zin in het ziekenhuis terechtkomt, smeekt hij zijn kleinkinderen een plan te bedenken om hem mee te smokkelen naar de dierentuin. Het tweetal kan hier niet aan weerstaan en ze ontvoeren Opa uit het ziekenhuis, op weg naar de Zoo. Daar blijkt alles echter anders te lopen dan verwacht, waarbij Opa ernstig in de problemen komt. Ten einde raad roept de tweeling de hulp in van dierendokter Henk die hen tenauwernood redt ...
In vele, korte hoofdstukjes met een groot en duidelijk lettertype en helder kleurgebruik leest het verhaal van Bente, Bram en Opa vlot weg. Met veel gevoel voor humor en een prettige beschrijving van de twee hoofdpersonages is dit boek een aanrader voor jonge lezers die gek zijn van dieren.
De auteur volgde voor een dierenserie op de Nederlandse televisie een dierenarts in een Nederlandse dierentuin en schreef hierover korte columns. Geïnspireerd en geïntrigeerd door deze arts besloot ze dit boek te schrijven. De korte hoofdstukjes worden prima aangevuld met tekeningen van Sylvia Weve.