Prinses Nina
“Er was eens een bijzondere prinses die prinses Feminina heette, maar iedereen noemde haar Nina. Prinses Nina was slim, nieuwsgierig, lief en ook een beetje wild.” Op een dag beslissen de koning en de koningin dat het tijd wordt voor de prinses om te trouwen. Ze gaan voor haar op zoek naar een prins. Geen enkele prins die de revue passeert, lijkt te voldoen voor prinses Nina. Totdat de prinses prinses Melowo ontmoet. Plots voelt Nina kriebels in haar buik. Bij prinses Melowo voelt Nina zich anders, speciaal. Ze is dan ook ontroostbaar wanneer Melowo haar koffers moet pakken om terug naar huis te keren.
Bij het lezen van de eerster regels van dit verhaal kon ik het niet laten om bij mezelf te denken: Moest dit er nu echt zo vingerdik opliggen? Het hoofdpersonage de naam Feminina geven? Waarom? Nina klinkt veel speelser, bekt vlotter... Dat het een boek is om stereotypen te doorbreken, wordt heel duidelijk op de eerste pagina neergeschreven. Misschien moet je dan zelf niet in stereotypen vervallen?
Het verhaal is ook niet vernieuwend of vernuftig. Je kan zo de afloop voorspellen. De prenten zijn heel kleurrijk maar niet echt verfijnd te noemen. De prinsen komen uit verschillende landen en mogen dan weer wel stereotiep worden neergezet blijkbaar. De Franse prins lijkt bovendien meer op een oude dame dan op een prins.
Prinses Melowo is zwart; ze komt uit Ghana. Rollenpatronen voor meisjes, een andere huidskleur, seksuele geaardheid,...: je kan ook te veel politieke correctheid in een prentenboek steken. Maar het is een eenvoudig, kleurrijk verhaal dat kinderen zeker zal aantrekken omdat het over prinsen en prinsessen gaat. En de onderliggende boodschap is zeker zinvol!