Tarari tararera ...
Emanuela Bussolati is ervan overtuigd dat kinderen pas met plezier leren lezen wanneer er ook met plezier en passie wordt voorgelezen. Om haar verhaal aan alle kinderen in de hele wereld te kunnen vertellen, bedacht Bussolati de Piripu-taal, een universele taal waarvan de woorden aansluiten bij de eerste klanken die kinderen maken. In haar prentenboek ‘Tarari tararera ...’ worden de belevenissen van Piripu Bibi in deze verzonnen taal verteld. Piripu Bibi is het kleinste kind en moet altijd bij mama blijven. Opdat hij/zij niet kan gaan lopen, is hij/zij met een touw aan mama verbonden. Maar dan breekt het touw en trekt Piripu Bibi op avontuur.
Bij het ontdekken van dit verhaal kunnen volwassenen en kinderen samen veel plezier beleven, want voorlezers krijgen een grote creatieve vrijheid: ze kunnen een eigen betekenis aan de woorden geven en kiezen zelf waar ze klemtonen leggen. En bovendien is alles toegelaten: brommen, fluisteren, huppelen, ... "Dende ... Piripu Pà, Piripu So e Piripu Bé dinderedan Gonende! Tarari tararera ... Piripu Mà e Piripu Bibi ciuppi plin plin ... Ha ha ha!". Het is even wennen aan die gekke woordjes, maar de illustraties helpen om er een vrolijk verhaal van te maken. Belangrijk om weten is dat de Piripu-taal trouw is aan een aantal taalwetten. Er is over nagedacht en het is dus zeker geen onzintaal. In Italië werd ‘Tarari tararera ...’ in 2010 uitgeroepen tot Prentenboek van het jaar en in Nederland werd het in 2012 bekroond met de Leespluim.