Emma is tien jaar en een beetje wereldvreemd. Ze woonde jarenlang op een afgelegen eiland, waar haar moeder als wetenschapper schapen bestudeerde. Mama moet nu voor lange tijd naar Australië om onderzoek te doen naar wombats en Emma kan niet mee. Ze gaat zo lang bij haar vader logeren in Amerika. Hij heeft een restaurant en een nogal saaie, chique vriendin. Eerst voelt Emma zich niet zo goed thuis en mist ze haar moeder, maar er komt al snel verandering in als haar oom een piepkleine laptop uitvindt. Niet alleen Emma is geïnteresseerd, ook de muizen hebben bijzonder veel belangstelling. Want wat de mensheid niet wee,t is dat muizen meer doen dan alleen maar mensen doen schrikken of dingen stuk knabbelen.
Muizen zijn al lang mee met de digitale evolutie, maar vinden het niet zo praktisch om op een gewone laptop te werken. Die is voor hen te log en te groot. De uitvinding van Emma’s oom Fred, de duimtop, is voor hen een godsgeschenk. Natuurlijk moeten de muizen in contact komen met de uitvinder, zodat er over massaproductie gepraat kan worden. Emma lijkt daar de meest geschikte persoon voor.
De eerste contacten verlopen moeizaam. Het is ook niet zo gewoon dat je een muis tegenkomt die kan praten, of muizen die in staat zijn om zich uit te drukken in gebarentaal. Emma valt van de ene verbazing in de andere, want de muizen hebben zelfs een eigen mailprogramma en een website!
Dan heb je nog het vervelende neefje van Emma, Joey. Die heeft al vlug in de gaten dat Emma wat geheimzinnig doet. Hij bespioneert haar en steelt uiteindelijk de duimtop. Emma en de muizen gaan in de tegenaanval en dat is het begin van een heus avontuur. Gelukkig draait Joey bij en dringen ze samen meer en meer door in de goed georganiseerde muizenwereld.
'Muis.net' is vlot en goed geschreven, een beetje filmisch zelfs. Het bevat veel thema’s: milieubewustzijn, avontuur, techniek, ICT, vriendschap, doorzettingsvermogen, fantasie, enz. Heel wat ingrediënten voor enkele uren leesplezier.
De tekst is goed gestructureerd en heeft een vlot leestempo. De bladspiegel wordt hier en daar onderbroken door zwart-wit illustraties, die misschien net wat te kinderachtig zijn voor het beoogde doelpubliek.