De gans en zijn broer

De gans en zijn broer, daar gaat het over in de gelijknamige bundel van Bart Moeyaert met illustraties van Gerda Dendooven. Vijfenveertig korte verhalen van telkens twee à drie bladzijden worden hier bij elkaar gebracht. Ze brengen geen samenhangende geschiedenis, al valt er wel een zekere chronologie te bespeuren. Alles begint wanneer de gans en zijn broer beslissen om niet naar Spanje te trekken om daar de winter door te brengen zoals ze dat al jaren doen. Eigenlijk is het de gans die beslist om niet te trekken, want zijn broer zou liever alles bij het oude laten en de winter uitzitten in Vila do Bispo waar het "warm is van zichzelf" (p. 9). Maar ze blijven dus "in het midden van nergens" (p. 34) tot de ergste kou voorbij is. En op een dag – de broer mag beslissen wanneer precies – keren ze weer terug naar de boerderij bij de schapen, de kalkoenen, de hond en de boerin. Daar op het erf ligt hun ware leven. De gans en zijn broer grazen er, lopen wat rond, slapen een halfuurtje en staan soms gewoon een beetje om zich heen te kijken. Vooral denken ze na over de dingen die ze begrijpen en vaker nog over de dingen die ze niet begrijpen. Het levert prachtige gesprekken op in zorgvuldig gepolijste zinnen want "het gevleugelte" (p. 77) heeft de gave om zich te verwonderen, dat is zeker. Waarom bijvoorbeeld vliegen ganzen altijd in een rare hoek, in "een vierkant dat maar half is, twee slordige lijnen die nergens op slaan"? (p. 41) Neem dan de maan, die is tenminste mooi rond, daar kun je niets aan toevoegen. De gans wordt zowaar ongelukkig van deze gedachten. Maar in elk geval heeft hij wel iets aan de bedenkingen van zijn broer: "Wij zijn onvoltooid en onderweg, en dan is er veel wat onbeantwoord blijft. In de lucht zijn wij een pijl. Wij wijzen aan waarheen we gaan, wij zijn een ploegje met visie, en verder is er veel onzeker. Wat heb je aan een ronde maan?" (p. 42-43) Honderdzevenveertig pagina’s lang kan de lezer genieten van dergelijke woordpareltjes, soms humoristisch, soms weemoedig, maar nooit vrijblijvend. De illustraties van Gerda Dendooven in blauw, wit en oranje maken het geheel af. Deze kleuren worden consequent aangehouden in de volledige vormgeving, wat een stijlvol geheel oplevert. Hoewel dit boek bestaat uit korte en eenvoudige verhalen is het toch niet echt bestemd voor jonge kinderen. De meeste verhalen zijn ook niet echt nieuw. Ze verschenen in 2001 tweewekelijks in De Standaard Magazine, ook toen al geïllustreerd door Gerda Dendooven. Voor deze uitgave herschreef Bart Moeyaert ze en voegde er ook nieuwe aan toe. De prenten van Dendooven zijn helemaal nieuw. Het is fijn dat de verhalen nu in boekvorm beschikbaar zijn. Dit is een hebbeding voor de boekenplank waar iedereen vanaf een jaar of twaalf af en toe kan naar grijpen om wat te leren over de wereld en het leven zoals die worden ervaren door de gans en zijn broer.