Gelukkig en blij

Gedichten

De cover van deze bundel springt in het oog om diverse redenen. Eerder mondde de samenwerking tussen Edward van de Vendel en Martijn van der Linden al uit in parels zoals Wat moet je doen als je over een nijlpaard struikelt? en Stem op de Okapi. Het zijn namen die belangstelling wekken. Dat is wat de afgebeelde dieren, die zo mooi harmonisch opgesteld staan, ook doen. Ze nodigen je uit om verder te kijken en nemen je mee naar de herstelboerderij, waar hun leven zich afspeelt. Dat dierenleven verweeft van de Vendel in vijftig gedichten. Zijn virtuoze taal zet aan tot proeven en herlezen, vaak ook luidop, omdat de gedichten zo het best tot hun recht komen.

De dieren komen geregeld terug. Ze nemen je als lezer mee in hun gedachtegang. Die is niet altijd vanzelfsprekend maar stemt wel tot nadenken. Zoals de ganzen dat doen in Wat moet je met woede als je die zelf niet voelt?. Daartegenover staat het hertje waarop niet wordt gelet in Wat moet je met woede die jij als enige voelt?. Van de Vendel speelt ook met het vastgeroest beeld dat we van dieren hebben. De ezels die aanvankelijk beschreven worden als dieren die niet van verandering houden en het fijn vinden ‘dat alles zo spannend hetzelfde mag zijn’, evolueren tot dieren die besluiten om met een eigen naam in het leven te staan. De uitbundige bevrijding die daar bij hoort, brengt van der Linden sprekend in beeld. Die gelukzalige blijheid is ook terug te vinden in de tekst en het beeld van de slapende biggetjes en de toekomstdroom die hun zogende moeder heeft. Geluk en blijheid komt heel verscheiden aan bod. Er is het in het oog springende roodborstje, frêle maar met de stoere blinkende helm voorgesteld als vernietigers van verdriet.

want wanneer je ze ziet

voel je

dat alles wat mis is

weg kan worden gepikt

en door kan worden geslikt

… .

Waarna wij, zodra ze ons achterlaten,

zachter onze dagen in gaan

met ons eigen

rossige

harnasje aan.

Datzelfde roodborstje keert even later terug in het beeld naast de norse tuinkabouter, die toen hij nog vrij was, toen hij van klei was, ooit levend was geweest.

Gelukkig en blij richt zich tot wie heeft leren genieten van poëzie die verwondert en vanzelfsprekende thema’s op een verrassende wijze benadert. Dat is wat ook de illustraties doen. De fijne gedetailleerde pentekeningen, afgewisseld met paginagrote geschilderde taferelen, waarin dieren levensecht worden voorgesteld, verhogen niet alleen de toegankelijkheid; ze voegen emoties toe aan de woorden en vertellen wat er niet te lezen valt. Doorheen de bundel glijdt de tijd en lopen seizoenen in elkaar over. Ook knapt de herstelboerderij die er voordien een beetje bouwvallig uitzag, zienderogen op.

Het is een bundel die een zichtbare plek verdient, waar men hem vaak opent, waar hij inspireert door de beelden en de woorden…'Voor wie gezien wordt giechelen de dagen.'