Edward van de Vendel

Heb je bewust gekozen om voor kinderen te schrijven of tekenen of is dat eerder toevallig zo gekomen?: 
Ik wilde altijd alleen maar basisschoolmeester worden. Dat werd ik ook, maar lezen was mijn grote hobby. En voorlezen ook! Van het een kwam het ander, en nu ben ik al een tijdje geen meester meer. Maar in veel opzichten lijken mijn twee beroepen gelukkig op elkaar…
Wat is voor jou het mooiste compliment dat je kunt krijgen over je werk?: 
Het allerbelangrijkste is het om gelezen te worden. Om ‘aan de overkant van het boek’ kinderen te vinden die om mijn boek moeten lachen, of het spannend vinden, of ontroerend. Ik vind dat we ernaar moeten streven om ‘lievelingsboeken’ van kinderen te maken. Misschien niet álle kinderen, maar dan toch wel een aantal. Als er kinderen of jongeren zijn die me vertellen dat ze een van mijn boeken meerdere keren hebben gelezen dan ben ik op m’n gelukkigst.
Wat is je volgende project?: 
Ik werk aan een paar boeken tegelijk. Er komen verschillende vervolgen op mijn boek SOFIE EN DE PINGUÏNS, dat ik samen met Floor de Goede en Ype+Willem maakte. Maar ik ben ook bezig met twee nieuwe jeugdboeken, maar die zijn nog zo in hun ontstaansfase dat ik er niet al teveel over kan vertellen.
Wat wil je in de toekomst zeker nog doen of maken?: 
Ik heb nog heel veel wensen en plannen, ik hoop dat ik genoeg tijd en concentratie zal vinden om ze allemaal te realiseren. Maar laat ik er iets uitpikken: ik vind het heel bijzonder dat ik bij Uitgeverij De Eenhoorn de kans krijg om met zulke grote jonge talenten als bijvoorbeeld Mattias De Leeuw, Anton Van Hertbruggen en Alain Verster te werken. Ik verheug me erop dat die samenwerkingen voortduren.
Heb je bepaalde rituelen voor je start met werken?: 
Ik kan slecht thuis schrijven, dus ik ga meestal op café, bestel een glas thee en dwing mezelf om mijn schrijfschrift open te slaan…
Ben je iemand van vele stappen en kladversies of balt je concentratie zich samen tot alles er in één keer uit komt?: 
Ik maak niet heel erg veel versies, dat wil zeggen: in mijn proza. Ik denk wel heel lang en vaak over de passages na voor ik ze schrijf. Bij poëzie zijn er veel meer fasen. Daar knutsel ik soms wel drie jaar lang aan één gedicht.
Niets lukt wat je ook probeert...wat doe je met zo’n verloren dag?: 
Mooie boeken van anderen lezen.
Welk boek uit je kindertijd heeft het meeste indruk gemaakt?: 
Het boek waarin de schippers van De Kameleon koeien moeten redden van de verdrinkingsdood. (Hun weiland is overstroomd).
Wat is jouw favoriete voorleesboek?: 
Er zijn twee wereldkampioen kinderboeken voor mij: DE GEBROEDERS LEEUWENHART van Astrid Lindgren en HARRY POTTER deel 6 en 7 van J.K. Rowling.
Welk boek las je onlangs?: 
Het schitterende, gewaagde JUDGEMENT DAY van Vrank Post.