Jules Verne schreef in zijn twintigduizend mijlen onder zee al over kapitein Nemo en zijn onderzeeboot, De Nautilius. Dit prentenboek is er dan ook een duidelijke verwijzing naar.

Nemo is gefascineerd door alles wat met de zee te maken heeft. Thuis bladert hij door boeken, tekent hij de verschillende zeewiersoorten en droomt hij van wateravonturen. De zolder is zijn knutselatelier. Op school trekt hij tot ergernis van zijn leerkracht die lijn gewoon door. Zijn rekenoefeningen raken niet af. Nemo leidt zijn eigen leventje.

De lezer krijgt het voorrecht om mee te dromen met Nemo. Op het eerste gezicht lijkt het geheel wat onsamenhangend, maar zo wordt het extra duidelijk dat Nemo continu met zijn gedachten in en rond de zee zit. Het strand en de zee zijn dan ook de plaatsen waar Nemo volledig zichzelf kan zijn. Verder in dit knappe prentenboek maken we kennis met de volwassen Nemo. Hij heeft wel degelijk zijn dromen nagejaagd en vaart nu in zijn onderzeeboot, De Nautilius. Hij is altijd onderweg en geniet van de onderwaterwereld.

Severeyns zorgde voor knappe illustraties die je mee laten dromen met Nemo. Ze nemen de volledige bladzijden in beslag. Ze stralen rust en dromerigheid uit. Er wordt een rustig, maar eerder donker kleurenpalet gebruikt.
De tekst voelt poëtisch aan. Het is niet echt een verhaal, eerder een beschrijving van dromen en wensen. Het lettertype is zeer sober gehouden. 

Auteur en illustrator zorgden voor een knappe samenwerking, en dat uitte zich in dit originele prentenboek. Het is een leuke aanzet om interesse te wekken voor het echte werk van Jules Verne, maar ook een aanmoediging om je dromen na te jagen.

Zeker en vast een aanrader voor jong en oud!