Winny Ang

Heb je bewust gekozen om voor kinderen te schrijven?

Ik heb altijd een liefde gehad voor kinderliteratuur. Mijn broer is een stuk jonger dan ik en ik ben zijn boeken opnieuw gaan lezen. Ook ben ik altijd naar kindertheater blijven gaan dus er is altijd wel een bepaalde aantrekking geweest voor kinderen, hun verwondering en hun leefwereld.

Je bent ook een kinderpsychiater?

Dat klopt. Ik heb even getwijfeld om als psychiater met volwassenen te werken maar ik ben blij dat ik voornamelijk met kinderen werk. Uiteindelijk werk ik ook met hun ouders waardoor het een interessante combinatie is. 

Gebruik je jouw ervaringen als psychiater ook in je boeken?

Ik maak zelf in ieder geval gebruik van boeken. Onze praktijk heet ’t Verhaal, we hebben interesse in het verhaal van mensen. Ik begeleid soms  ‘samenlees’momenten. Samenlezen is een heel krachtige methodiek waarbij je fragmenten uit de wereldliteratuur aangrijpt om er in groep over te praten. Ik adviseer soms goede kinderboeken om thuis mee aan de slag te gaan. Mijn collega’s gebruiken ook vaak boeken. In verhalen kan alles gebeuren, je kan daar oneindig veel informatie en inspiratie uit putten.

Ja, dat herken ik ook. Als ik een bepaald probleem met mijn dochter wil bespreken, duik ik in mijn boekenkast op zoek naar een gepast boek. Dat maakt het vaak gemakkelijker om een gesprek op gang te trekken.

Oh, geweldig! Ik ben ook samen met mijn collega Silvie Moors boekendokter geweest tijdens de coronatijd. Het concept was dat mensen konden bellen met een bepaalde vraag en dan lazen wij een stuk tekst voor of gaven we boekentips. Silvie beschikt over een prachtige verzameling van teksten, poëzie en gedichten rond bepaalde thema’s. Dat concept was echt succesvol. We hadden veel werk in de coronatijden.

Mensen belden dan naar jullie?

Ja, of ze mailen, dan krijgen ze een soort boekenvoorschrift o.b.v. thema’s waar mensen graag meer over willen lezen.  In Nederland bestaat ook een gelijkaardig concept. Dat heet de Culturele Apotheek. Via boeken is het soms veiliger om gevoelige onderwerpen te verkennen. De tekst zorgt ook voor een bepaalde afstand die er soms voor zorgt dat je net dichter bij je gevoelens kunt komen. Ik heb gemerkt dat er via het ‘samenlezen’ soms meer op tafel komt te liggen dan in gewone gesprekken, iets gevoeligs wordt bespreekbaar. Het is niet voor iedereen een ingangspoort maar voor veel mensen wel.

Via Silvie Moors (Bond Zonder Naam) was ik betrokken bij een heel interessant project: ‘samenlezen’ bij studenten rechten. We lazen dan bijvoorbeeld stukken over een kind dat niet wist wie de vader was. Nadien reflecteerden we daar over. Enerzijds moesten zij het juridisch aspect daarover bekijken en anderzijds bespraken we ook wat het zou betekenen voor hen als je jouw vader niet zou kennen. De studenten vonden het zeer interessant om zo stil te staan bij thema’s zoals hun identiteit. Ik ben  heel grote fan van ‘samenlezen’.

Wanneer ben je zelf beginnen schrijven voor kinderen? Toen je zelf kinderen had?

Voor mij voelde het zeer ‘natuurlijk’ aan om voor kinderen te schrijven.

Ik zou nu misschien wel voor volwassenen willen schrijven maar op één of andere manier was het belangrijk dat ik eerst voor kinderen schreef. Het is begonnen met het Sesamproject, ongeveer zeven jaar geleden. Studio Sesam is een uitgeverij die superdiverse kinderboeken uitgeeft. Het was een heel interessant avontuur, we kregen coaching en leerden op vele vlakken veel bij. Daar kreeg ik nog meer de smaak voor het schrijven te pakken.

Ik heb heel veel respect gekregen voor schrijvers, illustratoren… kortom artiesten. Wat een ambachtelijk proces! Een proces dat zich niet altijd laat sturen.

Je boek ‘Woordenwolken’ is van de uitgeverij Sesam. ‘Kapitein Nemo’ is van uitgeverij De Eenhoorn. Kreeg je daar alle vrijheid of werd er aan jou gevraagd om je te houden aan bepaalde zaken?

Studio Sesam heeft gevraagd om iets te schrijven over selectief mutisme, praatangst bij kinderen. Ook al gaat dit over mijn vakgebied, het maakte het niet gemakkelijker om daarover te schrijven. Raar genoeg staat kennis soms in de weg van inspiratie. De boeiende samenwerking met Fatinha Ramos en haar inspirerende tekeningen hielp het mij om het verhaal te schrijven.

Het schrijven van Kapitein Nemo is heel organisch verlopen. Ik had enkele werken gekocht van de illustratrice Charlotte Severeyns die prachtige natuurtaferelen illustreerde. We geraakten aan de praat en voor we het wisten, begonnen we samen te werken aan een nieuw verhaal.

Liggen er nog ideeën klaar voor een volgend boek?

Oh ja, die ideeën stoppen precies nooit. Er zit nog een boek in de pijplijn dat waarschijnlijk volgend jaar zal uitkomen. Dus ja, ik hoop dat er nog vele boeken en verhalen aan komen.

Je bent ook bezig met meerstemmigheid?

Het is een thema waarmee ik bezig ben in mijn job als kinderpsychiater en als docent in het medisch onderwijs aan de UA. Ik geef graag vormingen rond dit thema.  Ik heb jaren geleden een master gedaan in culturele psychiatrie omdat ik ruimer wou leren kijken dan enkel het biomedisch model. Dat heeft me veel bijgeleerd en mij op een verbredende en verdiepende manier over thema’s als ‘diversiteit’ en ‘inclusie’ leren reflecteren.

In verhalen zijn die verschillende stemmen ook heel belangrijk, en probeer ik oog te hebben voor een meer diverse (en realistische) representatie van de samenleving.

Vertel eens over je werkproces van een boek?

Ik kan overal beginnen schrijven,  soms tot ergernis van mijn huisgenoten  (: ))

Ik schrijf graag op de trein, onderweg zijn helpt om inspiratie te krijgen. Op zich heb ik een vlotte pen. Het proces erna is er één van schaven en blijven zoeken, dat is een heel andere fase en vraagt van mij veel focus.

Het visuele van de illustraties helpt mij ook om te kunnen schrijven.  Tijdens het schrijfproces werk ik al nauwgezet samen met de illustrator. Beeld en verhaal moeten kunnen resoneren met elkaar.  

Ik werk het liefst met mensen waarbij ik voel dat het ‘klopt’, dat er een flow is in de samenwerking.

Maar ik heb echt moeten leren dat een boek maken een traag proces is dat verschillende fasen (en ups en downs) heeft.

Wat zijn jouw grootste inspiratiebronnen?

Die zijn erg uiteenlopend. Wat mensen vertellen. Verhalen van de kinderen en jongeren in onze praktijk. Inspiratie komt door rond te kijken in steden, stations of net als er veel ruimte en groen is, of uitgestrekte meren. Boeken blijven lezen.  Theater- of dansvoorstellingen en muziek ervaren.

Ik ben heel bevattelijk voor kleine inspiraties en zo kom ik vanzelf op allerlei ideeën en verhalen in mijn hoofd.

Wat zie jij als je missie?

Ik hou van het idee dat alles in beweging is. Er is altijd zoveel meer mogelijk dan wat we in eerste instantie denken. Daar wil ik echt oog voor hebben. En dingen, mensen verbinden.

Ik hou ook van het microscopische. Sommige ‘kleine’ dingen groter maken en sommige ‘grote’ dingen kleiner maken. Misschien moet ik daar ooit een boek over schrijven?

Heb je bewust gekozen om voor kinderen te schrijven of tekenen of is dat eerder toevallig zo gekomen?: 
Ik heb altijd een liefde gehad voor kinderliteratuur. Mijn broer is een stuk jonger dan ik en ik ben zijn boeken opnieuw gaan lezen. Ook ben ik altijd naar kindertheater blijven gaan dus er is altijd wel een bepaalde aantrekking geweest voor kinderen, hun verwondering en hun leefwereld.