Koningsspel
Wie houdt van stevige historische romans is bij Linda Dielemans aan het juiste adres. Na boeken over de prehistorie neemt ze ons deze keer mee naar het einde van de 12e eeuw en de schaakstukken van Lewis. Die schitterende handgemaakte schaakstukken werden in de 19de eeuw op het Schotse eiland Lewis gevonden. We weten niet precies wanneer ze gemaakt werden, door wie of voor wie. Voer voor een historische roman dus.
Groenland, 1193. De dertienjarige Auga is de dochter van de hoofdman van West. Door haar bijziendheid – destijds een groot gebrek – is ze het buitenbeentje in de gemeenschap. Ze heeft wel een ongezien talent voor het ragfijn snijden en versieren van hout en ivoor. Stiekem glipt ze mee aan boord van haar vaders schip voor een handelsreis naar Noorwegen. Daar worden haar talenten opgemerkt en krijgt ze de kans om mee te werken aan een uniek schaakspel. Ongewild wordt ze een pion in een politiek machtsspel.
Net zoals in de vorige boeken is er ook een tweede verhaallijn, deze keer met pionnen (koningen en ridders) uit het bordspel ‘koningstafel’, een populair middeleeuws spel dat Auga graag speelt. We kunnen er ook het machtsspel in Noorwegen in lezen. Dat die objecten tot leven komen en hun eigen verhaal mogen vertellen, heeft ongetwijfeld te maken met Dielemans’ achtergrond als archeologe.
Haar achtergrond als geschiedkundige schemert door in het hele boek. Het is oerdegelijk geschreven en bijzonder stevig onderbouwd. De uitgebreide epiloog over wat historisch waar is en wat verzonnen is zegt alles. Ze geeft een levendig beeld van het leven op Groenland, de handel en zeevaart en de politieke intriges. Er is zelfs een nakomelinge van een slaafgemaakte (ja, toen al). De jonge lezer wordt wel verondersteld begrippen als ‘runen’ en ‘tienden’ te kennen, want die worden niet verklaard. Dielemans wil heel veel vertellen en heeft wellicht daardoor niet de snedigheid van een Jean-Claude Van Rijckeghem, eveneens auteur van historische romans (die dan weer scenarioschrijver is). Op zich is dat niet erg, maar door hier en daar te durven schrappen zou het verhaal pittiger worden.
De paginagrote illustraties bij de tweede verhaallijn zijn heel mooi en geïnspireerd op de schaakstukken van Lewis. Ze hebben dezelfde waarachtige menselijke gevoelens en expressies. Illustratrice Sanne te Loo gebruikt een beperkt kleurenpalet met zachte kleuren. Het beeld van Auga die ‘s avonds laat naar het schip van haar vader sluipt bestaat bijvoorbeeld alleen uit veel blauw en kleine toefjes wit. Dat creëert een aparte sfeer, als uit een andere wereld. Soms ogen de personages (zoals de bisschop) wat gestileerd, alsof zíj́ de schaakpionnen zijn. De lichtinval in zijn kamer is trouwens bijzonder, want de man heeft tot Auga’s grote verbazing ramen, iets wat zij niet kent. Elk hoofdstuk begint met een gestileerd middeleeuws motief. Het is een zeer verzorgde uitgave.
Het is niet moeilijk om sympathie te voelen voor Auga, de outsider die haar eigen dromen najaagt. Maar dat verrassende einde wensen we haar niet toe. Eindigt haar lange avontuur echt op deze manier? Ergens hopen we stilletjes op een vervolg met een happy end, maar de realiteit is dat Koningsspel een afgerond verhaal is.