Manhatan

Amsterdam, 1642. Peye, zoon van Catryn Davids, een prostituee, weet niet wie zijn vader is. Zijn moeder was ooit dienstmeisje bij de voorname koopmansfamilie Kieft op de Oude Zijde. Iemand vertelt hem dat zijn vader Willem Kieft is, de zoon des huizes. Deze week jaren geleden uit naar Noord-Amerika en werd er gouverneur van Nieuw-Amsterdam (New York. Peye, die zijn vader wil leren kennen, vaart als scheepsjongen mee met de Bonte Spegt. De driemaster lijdt schipbreuk voor de kust van Nieuw-Amsterdam bij het Lange Eiland. Peye wordt gered door het indiaanse meisje Waupatukway. Beiden proberen te overleven in de wildernis, samen met Manuel, een weggelopen zwarte slaaf. Maar het drietal wordt opgepakt en veroordeeld. Peye wordt door de gouverneur tewerkgesteld in het militaire kamp tot hij met het volgende schip wordt teruggestuurd. Ook Manuel wordt streng gestraft. Op een dag geeft Willem Kieft zijn soldaten het bevel de indianenstam in de buurt uit te roeien. Waupatukway ontsnapt samen met Manuel en Peye. Ze worden achtervolgd door de blanke soldaten. Dit historische verhaal behandelt een zwarte bladzijde uit de koloniale geschiedenis van Nederland. Het boek vol tegenslagen voor de protagonisten is tevens een zoektocht van een jongen naar zijn vader. De situatie in het zeventiende-eeuwse Amsterdam en Noord- Amerika wordt onverbloemd weergegeven. In een reservaat aan de zuidkust van Long Island woont een grote groep zwarte indianen. Niemand kent een verklaring voor hun donkere huidskleur. De auteur verklaart dit feit door de vriendschap tussen een indianenmeisje en een zwarte jongen. Manhatan is een oudere benaming van Manhattan.