Magnus en zijn superkat
Magnus houdt samen met zijn poes Trixie een pyjamadagje. Ze liggen lekker te soezen wanneer Bull de buurjongen binnenwaait. Bull maakt indruk, het is zo'n typisch verwend rotjoch dat altijd zijn zin krijgt. Dit keer komt hij zijn nieuwste hamster showen aan de lichtjes jaloerse Magnus. De hamster en zijn kooi zijn voorzien van de nieuwste snufjes. De prijs voor de mooiste vondst gaat hier trouwens naar het hemelbed van navelpluis. Magnus vindt Trixie plots maar gewoontjes. Wanneer hij haar smeekt om een trucje is het beste wat er letterlijk uitkomt een braakbal. Maar Trixie zorgt nog voor een wel heel bijzondere wending ...
Van de vier Magnus-boeken is deze echt favoriet. Na drie boeken lang goochelen met taal, kwam de schrijfster in dit boek tot een perfect evenwicht. Zoals steeds is ook dit verhaal op rijm geschreven, met de nodige verrassingen hier en daar. Een hamster-noot-uitgang, een discobal met inloopkast, het zijn maar enkele grapjes die het verhaal echt doen swingen. Het is duidelijk dat Crabeels deze tekst uitgekiend heeft, er zit behoorlijk wat ritme in. Hoewel in de vorige boeken ook gespeeld wordt met de typografie, werkt dat hier het voorlezen soms wat tegen. Het is niet altijd zo dat de woorden die benadrukt worden door middel van kleurtjes of vette druk ook degene zijn die je tijdens het voorlezen zou accentueren en dat voelt dus een beetje stroef.
Zoals steeds zorgde Sebastiaan Van Doninck voor de kleurrijke toets die dit verhaal helemaal af maakt. En ook in dit vierde deel werd er nagedacht over de details, zowel in de prenten als in de tekst. Bull de buurjongen doet een beetje denken aan de buurjongen uit Toy Story en ook zijn naam is op zijn lijf geschreven. In de eerste scène zie je Magnus en zijn Trixie echt genieten van elkaars gezelschap en ook het bijbehorend vers getuigt daarvan: "Ze klauwt lief in haar kussen: Ik hoor bij mjauw. Jij hoort bij mij. Daar komt geen kat ooit tussen." Een mooie opener voor wederom een geslaagd Magnus-boek.