De laatste jaren bouwde Fatinha Ramos een palmares op om u tegen te zeggen. Haar functie als art director ruilde ze in voor een job in het grafisch ontwerp en in 2013 besloot ze om zich te storten op de illustraties. Je moet niet ver zoeken om Fatinha terug te vinden in haar tekeningen. De kleuren, de wind en de helblauwe lucht van haar Portugese geboortestad Aveiro zie je regelmatig terugkomen in haar werk. Ze schept surreële werelden zoals ze ook als kind deed, toen tekenen gelijkstond aan ontsnappen uit ziekenhuiskamers.
Haar tekeningen zijn stuk voor stuk experimenten, of het nu gaat om illustraties voor The New York Times of het MOMA: scannen, printen, overschilderen en uitvinden; zo geeft ze haar kleurrijke werelden en personages vorm. Je kent haar misschien van Pluizer-toppers als ‘Ik ben heel veel liefde’, ‘De maan is overal’ of ‘Brown girl magic’. In het wild kon je haar werk tot voor kort spotten aan het stadhuis van Antwerpen, waar ze een universum van bonte personages vorm gaf. In dit interview geeft ze ons een snippertje inkijk in haar leefwereld.
Hoe belangrijk is representatie in kinder- en jeugdliteratuur voor jou?
Zeer belangrijk. Boeken kunnen inspireren en blijven voor altijd, en kinderen zijn onze toekomst. Als wij kinderen op een goeie manier kunnen inspireren dan hebben wij een invloed gehad op onze en hun toekomst.