Marit Törnqvist

Krijgt kinder- en jeugdliteratuur genoeg aandacht in Vlaanderen?: 
Het is eigenaardig dat dagbladen in Nederland zo weinig over kinderboeken schrijven terwijl ieder weldenkend mens weet dat lezen voor kinderen totaal bepalend is voor de algehele ontwikkeling. Eigenschappen als nieuwsgierigheid, empathie, ruimdenkendheid ontwikkelen zich veel sneller door het lezen van kinderboeken. En dan is er nog een veelheid aan kennis en taal die een kind cadeau krijgt door het lezen van boeken. Wij zijn in Europa zo gewend aan boeken dat we de waarde ervan niet meer echt invoelen en er daarom weinig aandacht aan besteden.
Is het schrijven en illustreren voor kinderen geëvolueerd sinds je bent begonnen? Wat heb je de laatste jaren zien veranderen?: 
Toen ik in 1988 debuteerde was het maken van een prentenboek heel ingewikkeld omdat je een co-productie met veel landen moest hebben. Dus de oplage moest heel erg hoog zijn. Tegelijkertijd waren er heel veel landen die onbereikbaar waren. Zoals de Oostbloklanden en het Midden Oosten en Verre Oosten. Nu kan je heel gemakkelijk prentenboeken maken en er wordt veel meer vertaald. De oplagen in je eigen land zijn iets kleiner geworden en er wordt veel sneller verramsjt, wat heel erg jammer is omdat veel boeken geen tijd hebben om een klassieker te worden. Overigens heb ik daar zelf niet zo heel erg veel last van. Veel van mijn boeken zijn al meer dan 10 jaar verkrijgbaar.
Sta je er bewust bij stil dat tekeningen of verhalen de blik van een kind kunnen verruimen?: 
Terwijl ik schrijf of teken ben ik er nooit mee bezig wat het effect van een boek dat ik maak op een kind zal kunnen zijn. Maar ik ben me er natuurlijk wel van bewust, zeker sinds ik met kinderen heb gewerkt voor wie een boek een vlucht uit de werkelijkheid kan zijn. Ik heb het afgelopen jaar ervaringen gehad met straatkinderen in Iran die voor mij nieuw waren. Voor deze kinderen was een prentenboek als een tweede wereld om in te zijn, ze vergaten even hun moeilijke leven en wentelden zich in de belevenissen van de hoofdpersonen, alsof ze zelf een rol hadden in het verhaal. Sindsdien ben ik meer en meer gaan denken over de rol van het boek.
Heb je bewust gekozen om voor kinderen te schrijven of tekenen of is dat eerder toevallig zo gekomen?: 
Ik heb niet bewust hiervoor gekozen, maar het blijkt dat mijn werk bijna altijd voor kinderen toegankelijk is. Toch worden mijn zelfgeschreven boeken ‘Klein verhaal over liefde’, ‘Wat niemand had verwacht’ en vermoedelijk ook ‘Het gelukkige eiland’ dat binnenkort verschijnt door alle leeftijden gelezen. Ik kan me wel heel goed herinneren hoe het was om klein te zijn en daardoor voelt een boek als Fabians feest ook dichtbij en hoef ik nooit te zoeken naar de toon.
Hoe zou je je eigen werk omschrijven? Wat is het meest kenmerkend voor jouw stijl?: 
Iemand zei een keer: Poëtisch realisme. Dat vond ik wel een mooie term. Voor mij is het heel erg belangrijk om een sfeer over te brengen, een stemming of een gevoel. Ik stel veel in dienst om dat te bereiken. Hiermee kom je binnen in een diepe laag van de kijker, en dat is de laag waar een verhaal veel kan betekenen.
Waarin onderscheidt jouw werk zich van anderen?: 
Deze vraag is moeilijk te beantwoorden voor mijzelf, maar ik zie op het moment veel tekenaars die met vorm en techniekexperimenten bezig zijn die absoluut dominant zijn over de inhoud. Zo’n tekenaar ben ik niet. Vorm, techniek en experiment staan altijd in dienst van een inhoud die ik wil overbrengen.
Wat is voor jou het mooiste compliment dat je kunt krijgen over je werk?: 
Dat mijn boek iemand gesterkt heeft.
Wat is je volgende project?: 
Dat vertel ik nooit, wel verschijnt in september 2017 het boek ‘Het gelukkige eiland’ . Een filosofisch prentenboek voor alle leeftijden over de onmogelijk moeilijke zoektocht naar geluk.
Wat wil je in de toekomst zeker nog doen of maken?: 
Er zijn een aantal schrijvers met wie ik graag samen zou werken, en die weten daarvan dus de kans is groot dat dat ook een keer gebeurt. Ik heb ook verhalen in mijn hoofd die ik zelf wil gaan schrijven. Eigenlijk zou ik best nog wel een groot decorontwerp voor een opera of ballet of theater willen maken. Maar ik ben ook met allerlei projecten voor vluchtelingen bezig en heb ook ambities om binnen die wereld nog meer te doen. Ik wil ook weer terug naar Iran en daar mijn werkzaamheden binnen het project 'read with me' uitbreiden.
Heb je bepaalde rituelen voor je start met werken?: 
Het beste is als ik eerst een beetje hardloop voordat ik ga werken. Ik ben nogal beweeglijk en eigenlijk past zo’n stilzittend beroep niet helemaal bij me. Daarna koffie en daarna beginnen.
Werk je met een vaste structuur of laat je je leiden door inspiratie?: 
Ik heb veel discipline dus werk in principe elke dag vanaf een uur of 9. Wel laat ik me inhoudelijk erg leiden door waar ik op dat moment iets bij voel. Ik werk dus nooit pagina voor pagina een boek af.
Ben je iemand van vele stappen en kladversies of balt je concentratie zich samen tot alles er in één keer uit komt?: 
Alle maakprocessen zijn verschillend en ook het materiaalgebruik wisselt per keer, soms per boek, soms zelfs per tekening. Soms doe ik 5 minuten over een tekening, soms twee maanden. Soms schilder ik hem 10 keer over en maak ik 100 kladjes, soms schets ik helemaal niet. Het proces is na dertig jaar nog steeds volledig onvoorspelbaar.
Niets lukt wat je ook probeert...wat doe je met zo’n verloren dag?: 
Inzien dat dat een deel van het beroep is. Ik ben eraan gewend en weet dat er dat soort dagen veel in mijn hoofd gebeurt. Soms ga ik een uurtje administratie doen om toch een voldaan gevoel te hebben.
Laat je je voor het creëren inspireren door andere bronnen (muziek, boeken, internet, kunst, tijdschriften..): 
Muziek kan me soms helpen om in een sfeer te komen en natuurlijk ook de teksten die ik illustreer. Ik laat me nooit door andere beelden inspireren, ik vermijd ze eerder omdat ze verstoren wat ik in mezelf probeer te vinden.
Wat of wie zijn je grootste inspiratiebronnen?: 
Het leven, menselijke interactie.
Welk boek uit je kindertijd heeft het meeste indruk gemaakt?: 
Wim van Wim Hofman – omdat hij de enige schrijver was die naar mijn idee over het echte leven durfde te schrijven, en met een eind dat bepaald niet vrolijk was. Wim Hofmans observaties spraken me aan en hij schreef niet speciaal voor kinderen maar wist wel precies hoe een kind de wereld kon zien.
Wat is jouw favoriete voorleesboek?: 
De gebroeders Leeuwenhart van Astrid Lindgren.
Welk boek las je onlangs?: 
Paravion van Hafid Bouazza omdat mijn dochter het voor school las. Een ware ontdekking, om Amsterdam te bekijken vanuit Arabisch perspectief. Voor het eerst begon ik er iets van te begrijpen. En prachtig geschreven.
Wie zijn je favoriete tekenaars en/of schrijvers: 
Shaun Tan en Astrid Lindgren.